3.2.    TEN GRONDE

3.2.l.    VERJARING

Andermaal ten onrechte schijnt verweerster zich te beroepen op de verjaring van de strafvordering, zich steunende op de verjaringstermijn van de strafvordering voor een "drukpersmisdrijf", die drie maanden beloopt.

Concluant oefent geen strafvordering uit, maar stelt een burgerlijke vordering in, die slechts verjaart door verloop van vijf jaar, te rekenen vanaf de dag waarop het misdrijf is gepleegd (art. 26 V.T. Sv.).


3.2.2.    DE ONRECHTMATIGE DAAD

3.2.2.1.    De fouten

3.2.2.1.1.    Smaad tegen een drager van het gezag, in de uitoefening van zijn bediening of ter gelegenheid van de uitoefening.

Verweerster kan bezwaarlijk betwisten dat zowel zijzelf als haar vriend PANOUSSIS tijdens de controle beledigende en smadende uitlatingen aan het adres van concluant hebben geuit.

Zulks blijkt ten eerste al uit het proces-verbaal dat naar aanleiding van de feiten door concluant werd opgesteld (stuk 1).

Verweerster betwist trouwens niet dergelijke uitlatingen te hebben gedaan:

"Zo te zien schept de agent er plezier in, zeg ik tegen Zenon. ''t Is vast een onderdrukte homoseksueel. ...Zenon en ik spreken hardop over vooroordelen, de politie die de verkeerde pakt, dat een concrete verdenking het minste is om zoiets te mogen doen. Zenon laat de term "Dutrouxland" vallen."

Vorige
Boven
Volgende